Overslaan en naar de inhoud gaan

sepsis/bacteriemie - algemene principes therapie

Algemene opmerkingen

Empirische therapie:

  • Voor richtlijnen betreffende de keuze van empirische therapie, zie specifieke adviezen bij betreffende indicaties/klinische scenario’s.
  • Voor adviezen omtrent lijninfecties zie hoofdstuk “sepsis/bacteriemie bij centraal veneuze lijn/catheter: algemene informatie”   

Gerichte therapie op basis van verwekker:

  • Bij het bekend worden van een specifieke verwekker moet de empirische therapie hierop aangepast worden in overleg met de consulent kinderinfectieziekten / medisch microbioloog. In het algemeen geldt, dat een middel wordt gekozen met een zo smal mogelijk spectrum en een zo gunstig mogelijk toxiciteitsprofiel.

Diagnostiek:

  • Vóór start antibiotica dient minstens één set bloedkweken te worden afgenomen. Voor jongere kinderen (ongeveer tot 25 kg) bestaat dit uit een pediatrische fles = rose dop. Voor oudere kinderen is het een gewone aerobe fles en een anaerobe fles.
  • Bij patiënten met een hoog risico voor een invasieve gist infectie (immuungecompromitteerd, aanhoudend koorts onder breed-spectrum antibiotica, langdurig breed-spectrum antibiotica, centraal veneuze cathether in situ) tevens laagdrempelig een ‘gist-kweek’ aanvragen. Dit kan gewoon uit de afgenomen bloedkweekfles, graag vermelden op het aanvraagformulier vermelden zodat de kweek correct uitgevoerd kan worden.
  • Bij verdenking endocarditis vóór start antibiotica minstens drie en liefst vijf bloedkweken afnemen, voor nadere instructies zie het vademecum op www.izore.nl.

Bronnen

Categorie
Metadata

Swab vid: G-388621.1
Bijgewerkt: 08/20/2019 - 14:32
Status: Published